ARISS schoolcontact met Canada op 3 oktober om 15:32 UTC

ARISS schoolcontact met Noord Canada op 3 oktober om 15:32 UTC.

De Kugluktuk High School in Nunavut, Canada, gaat op 3 oktober vragen stellen aan de astronaut Paolo Nespoli, IZ0JPA. De verbinding tussen de school en het ruimtestation is dit keer een telebridge verbining en loopt via het ARISS grondstation van Claudio, IK1SLD, in Italie. De downlink op 145,800 MHz in FM zal in een groot deel van Europa te ontvangen zijn.

Hieronder volgen de beschrijving van de school en de vragen die de kinderen gaan stellen.

73’s

Bertus

PE1KEH

_____________________________________________

School Information:

Kugluktuk is situated at the confluence of the Coppermine River and the Coronation Gulf. The hamlet has a population of approximately 1600 people; JHI KHS serve over 400 fabulous students from K to 12.

‘Kugluk’ is the Innunaqtun word for ‘fast moving water’, ‘tuk’ means ‘place of’. The Copper Inuit have survived & thrived in this area for generations.
We are located at latitude 67º 50’ N and longitude 115º 06’ W. Being 142 km north of the Arctic Circle means that the sun does not rise for 34 days in the winter and does not set for more than a month after May 28 in the summer. We are a fascinating people who live in a dynamic environment characterized by extreme variations!

Participants will ask as many of the following questions as time allows:

1. How much longer will the space station be in operation?
2. The next space station is planned for a moon orbit, why a moon orbit?
3. What is the longest we can stay in space given the present technology on the ISS?
4. Are there any plans to build gravity modules for the space station and will this allow us to stay longer in space?
5. What is the greatest challenge facing you on space station?
6. What is the most important qualification or attribute one can have to seek out a career involving work in space?
7. What long term impacts occur to those who stay in space for long periods, if any?
8. What is daily life like on space station – do you follow a schedule?
9. Did you change your diet in preparation for space life or can you eat most of the same foods?
10. What are the impacts of zero gravity on overall digestive function?
11. Besides humans, what other life forms do you have on board?
12. How long can the space station last in orbit without any rocket boost to maintain its orbit?
13. Do you ever fly over the Artic and what does that look like from up there?
14. Does space look different from where you are?

ARISS is an international educational outreach program partnering the volunteer support and leadership from AMSAT and IARU societies around the world with the ISS space agencies partners: NASA, Russian Space Agency, ESA, JAXA, and CSA.

ARISS offers an opportunity for students to experience the excitement of Amateur Radio by talking directly with crewmembers on board the International Space Station. Teachers, parents and communities see, first hand, how Amateur Radio and crewmembers on ISS can energize youngsters’ interest in science, technology, and learning.

ATV contestuitslagen gepubliceerd, nu ook deelnemers op 47 GHz!

Bij het ATV activiteitenweekend dat gehouden werd in september was weer veel activiteit. Iets minder op 3 cm en meer op 6 cm, ook op 9 cm weer veel ATV experimenten. Zowel analoog als digitaal werd er verbindingen gemaakt in een ontspannen sfeer. Nieuw deze keer waren maar liefst drie contacten op 47 GHz, tot over een afstand van 15 km! Bij de drie aanvoerders van de lijst maakten die 47 GHz verbindingen voor de volgorde niet uit, het gaat om de lol. Opvallende stijgers in de uitslag waren PA0BOJ en PE1CVJ (de laatste mede door een 47 GHz verbinding).

De scores, deelnemers, ,ocators van deelnemende stations etc. zijn natuurlijk op deze website te zien bij contesten > contestuitslagen.

Kijk vast uit naar de uitgebreide verslaglegging in Electron van november 2017.

Overzicht VHF en hoger rubriek Electron oktober 2017

Bij Commissiezaken blikken we vooruit op de komende JOTA en JOTI. Niet alleen op 2 m en 70 cm, waar portofoons in een spel kunnen worden gebruikt, maar ook wordt aan ATV gedaan. Op 70 cm zullen diverse groepen met zelfgebouwde antennes hun uitgezonden signaal via de maan ook terug kunnen horen via de webstream van PA9CAM.

Bij Amateursatellieten aandacht voor de lancering (eigenlijk meer het met de hand uitzetten vanuit het ISS) van een aantal kleine satellieten, waarvan er drie een amateurpakket aan boord hebben. Een van deze drie, de Tomsk bleek een zwakke broeder te zijn, de signalen konden nauwelijks door het grondstation opgepikt worden. Daarom is in het ISS gedurende enkele dagen een relaisverbinding opgezet om deze signalen te heruitzenden op 145,800 MHz.

Bij Weak Signals aandacht voor de Firsts database. In deze database staat een overzicht van eerste radioverbindingen vanuit Nederland met andere landen, op verschillende banden. Vroeger waren dit soort verbindingen afhankelijk van bijzondere condities, tegenwoordig ontstaan veel firsts uit EME verbindingen. Alle oude zwart-wit kopieën van QSL kaarten zijn gescand en in de database opgenomen. Het streven is nu om zoveel mogelijk de QSL kaart opnieuw te scannen, maar nu in kleur, om in de database op te slaan. De QSL kaart is een belangrijk onderdeel van een geclaimde First.

Jörgen Vergaij, PA3KC vertelt hoe hij vanuit Eindhoven actief is op 6m, nu al weer voor het derde seizoen. Hij werkt in CW en Phone, met 100W en alles op een Diamond rondstraler. De verste verbinding dit seizoen was over 3120 km in Phone met S01WS.

Onder het kopje “Antennepolarisatie” besteedt Chris, PA3CRX ruim aandacht aan de diverse vormen van polarisatie, lineair (verticaal en horizontaal) of circulair. De polarisatierichting wordt bepaald door de richting van het E-veld als onderdeel van het elektromagnetische veld, op ruime afstand gemeten. Chris gaat in op de voordelen en nadelen bij de keuze van een bepaalde polarisatie richting. Ook komen begrippen als “ground gain” en Brewsterhoek aan de orde. Op VHF en hoger zien we dat bij Quality Modes meestal verticale polarisatie gebruikt wordt terwijl bij Weak Signal werk horizontale polarisatie de norm is. EME is een verhaal apart, daar is de polarisatie van het ontvangen signaal onvoorspelbaar. Hier spelen o.a. effecten zoals Faraday-rotatie mee. Ook regen kan een draaiing van de polarisatie teweeg brengen. Bij amateursatellieten wordt meestal lineaire polarisatie gebruikt maar omdat die meestal in de ruimte buitelen verandert de polarisatierichting meestal snel. (Een pdf van de in Electron getoonde ‘houtje-touwtje’ EME antenneinstallatie is hier te downloaden). Tenslotte heeft Chris geëxperimenteerd met het een yagi waarbij de elementen steeds wat verdraait ten opzichte van de vorige staan. Hiermee kunnen zowel verticaal als horizontaal gepolariseerde signalen ontvangen worden. (Onderaan deze tekst is het MMANA bestand te downloaden om zelf met de Twister te experimenteren. Verwijder bijvoorbeeld de voorste twee elementen en optimaliseer de aanpassing).

Bij EME vertelt Harke, PA0HRK hoe hij in april 2016 op 3 cm de eerste stations via EME heeft ontvangen. Daar heeft hij toen in Electron over bericht. Nu werd het plan opgevat een zender te bouwen maar niet met een TWT vanwege de hoge spanningen en ook niet met GaAs-FETs vanwege de hoge stromen en het slechte rendement. In Dubus stond een artikel van G3WDG over 3 cm vermogensversterkers met galliumnitride (GaN) transistors. Deze transistors hebben veel voordelen: ze zijn intern aangepast en hebben een hoge versterking zodat ze direct aangestuurd kunnen worden uit de DB6NT transverter. Harke beschrijft hoe hij de versterker heeft opgebouwd. Hoewel deze transistors een hoog rendement hebben moeten ze wel degelijk goed gekoeld worden. Harke gebruikt een golfpijp-relais als zend-ontvangst schakelaar, de LNA is direct op het relais geschroefd. De achterzet is een oude 2m radio met extra LF uitgang voor de computer zodat WSJT-X kan worden gebruikt. Ook is voorzien in een LF-VOX. Harke heeft voorlopig een “mooi weer” station want niets is waterdicht afgewerkt dus moet het antennesysteem steeds weer op het balkon worden opgebouwd en weer afgebroken. Na wat perikelen, zo waren USB en LSB verwisseld, lukt het eindelijk het baken DL0SHF te decoderen. De conclusie is dat met eenvoudige middelen EME haalbaar is.

In augustus is door een groepje amateurs de 20m schotel van de Sternwarte Bochum op 9 cm gebruikt voor EME. Het station was opgebouwd uit een belichter gebaseerd op een RA3AQ Septum feed met 60 cm schotel, met een 50W transverter. Er zijn tien stations gewerkt, met sterke signalen. De 20m schotel in Bochum staat normaal gesproken in continu bedrijf bij Amsat-DL voor ontvangst van de gegevens van de Stereo-A satelliet, dus EME gebruik is een uitzondering en was mogelijk doordat de ontvanger in Kiel ook Stereo-A gegevens kon ontvangen.

Bij ATV duikt Renny, PE1ASH in de geschiedenis van vijftig jaar kleurentelevisie in Nederland. Deze ging van start met de Firato in september 1967. Vooraf hieraan was er natuurlijk ook al het een en ander op televisiegebied gebeurd, in het begin werd geëxperimenteerd met Nipkow schijven, o.a. door Freek Kerkhof, eerst met tien, later met dertig beeldlijnen. In 1936 had Freek een zendvergunning gekregen en startte onder de call PA0KT een televisiezender vanuit zijn slaapkamer. Philips was inmiddels gestart met de fabricage van kathodestraal buizen waarmee plaatjes elektronisch konden worden weergegeven. Ook de opname apparatuur werd verbeterd zoals vidicon en plumbicon opnamebuizen. In 1948 kon Philips starten met proefuitzendingen, toen is ook overgestapt op het systeem met 625 beeldlijnen.

Bij Zelfbouw vertelt John, PH3UNX hoe een haloantenne voor 2m kan worden gemaakt uit dunwandige koperbuis. De haloantenne is een horizontaal gepolariseerde rondstraler. John beschrijft in detail hoe de antenne gebouwd wordt, compleet met maatschetsen en onderdelen. Ook wordt duidelijk aangegeven waar en hoe gaten geboord moeten worden en welk gat niet door-en-door geboord moet worden!

Bij Nieuwe apparatuur een beschrijving van de ADALM-PLUTO SDR-zendontvanger van Analog Devices. De zender (1 mW) en de ontvanger zijn volledig software te besturen, het standaardmodel heeft een bereik van 325 tot 3800 MHz bij 20 MHz bandbreedte. Maar er zijn al amateurs die dit bereik hebben uitgebreid van 48 MHz tot 6 GHz met een bandbreedte van 50 MHz. Deze SDR is zeer geschikt voor ontwikkelaars en leent zich voor allerlei toepassingen, alles via de USB aansluiting.

In Andere tijdschriften uit QST de product beschrijving van de “Micro-Node International Nano-DV” digital voice node. Dit is een hotspot voor diverse digital voice modes. Ondersteunde modes zijn D‑STAR, P25, C4FM en DMR. Bij deze hotspot is geen computer nodig, alles in ingebouwd in een klein kastje. De bovenkant wordt grotendeels ingenomen door een grafisch aanraakscherm. Aan de ene kant zit een SMA connector, waar de meegeleverde korte antenne op kan worden aangesloten, of een externe antenne. Aan de andere kant een RJ45 bus en twee USB connectoren. Wifi is niet ingebouwd maar een USB wifi-dongle kan aangesloten worden. Als je de node hebt aangesloten op het netwerk via kabel of Wifi zorgt de node zelf voor het opvragen van een IP adres. De node kan bijvoorbeeld thuis in een hoekje van de shack worden neergezet en met een fatsoenlijke antenne kun je een QSO maken via je portofoon tijdens een wandelingetje in de buurt.