Overzicht VHF en hoger rubriek Electron oktober 2017

Bij Commissiezaken blikken we vooruit op de komende JOTA en JOTI. Niet alleen op 2 m en 70 cm, waar portofoons in een spel kunnen worden gebruikt, maar ook wordt aan ATV gedaan. Op 70 cm zullen diverse groepen met zelfgebouwde antennes hun uitgezonden signaal via de maan ook terug kunnen horen via de webstream van PA9CAM.

Bij Amateursatellieten aandacht voor de lancering (eigenlijk meer het met de hand uitzetten vanuit het ISS) van een aantal kleine satellieten, waarvan er drie een amateurpakket aan boord hebben. Een van deze drie, de Tomsk bleek een zwakke broeder te zijn, de signalen konden nauwelijks door het grondstation opgepikt worden. Daarom is in het ISS gedurende enkele dagen een relaisverbinding opgezet om deze signalen te heruitzenden op 145,800 MHz.

Bij Weak Signals aandacht voor de Firsts database. In deze database staat een overzicht van eerste radioverbindingen vanuit Nederland met andere landen, op verschillende banden. Vroeger waren dit soort verbindingen afhankelijk van bijzondere condities, tegenwoordig ontstaan veel firsts uit EME verbindingen. Alle oude zwart-wit kopieën van QSL kaarten zijn gescand en in de database opgenomen. Het streven is nu om zoveel mogelijk de QSL kaart opnieuw te scannen, maar nu in kleur, om in de database op te slaan. De QSL kaart is een belangrijk onderdeel van een geclaimde First.

Jörgen Vergaij, PA3KC vertelt hoe hij vanuit Eindhoven actief is op 6m, nu al weer voor het derde seizoen. Hij werkt in CW en Phone, met 100W en alles op een Diamond rondstraler. De verste verbinding dit seizoen was over 3120 km in Phone met S01WS.

Onder het kopje “Antennepolarisatie” besteedt Chris, PA3CRX ruim aandacht aan de diverse vormen van polarisatie, lineair (verticaal en horizontaal) of circulair. De polarisatierichting wordt bepaald door de richting van het E-veld als onderdeel van het elektromagnetische veld, op ruime afstand gemeten. Chris gaat in op de voordelen en nadelen bij de keuze van een bepaalde polarisatie richting. Ook komen begrippen als “ground gain” en Brewsterhoek aan de orde. Op VHF en hoger zien we dat bij Quality Modes meestal verticale polarisatie gebruikt wordt terwijl bij Weak Signal werk horizontale polarisatie de norm is. EME is een verhaal apart, daar is de polarisatie van het ontvangen signaal onvoorspelbaar. Hier spelen o.a. effecten zoals Faraday-rotatie mee. Ook regen kan een draaiing van de polarisatie teweeg brengen. Bij amateursatellieten wordt meestal lineaire polarisatie gebruikt maar omdat die meestal in de ruimte buitelen verandert de polarisatierichting meestal snel. (Een pdf van de in Electron getoonde ‘houtje-touwtje’ EME antenneinstallatie is hier te downloaden). Tenslotte heeft Chris geëxperimenteerd met het een yagi waarbij de elementen steeds wat verdraait ten opzichte van de vorige staan. Hiermee kunnen zowel verticaal als horizontaal gepolariseerde signalen ontvangen worden. (Onderaan deze tekst is het MMANA bestand te downloaden om zelf met de Twister te experimenteren. Verwijder bijvoorbeeld de voorste twee elementen en optimaliseer de aanpassing).

Bij EME vertelt Harke, PA0HRK hoe hij in april 2016 op 3 cm de eerste stations via EME heeft ontvangen. Daar heeft hij toen in Electron over bericht. Nu werd het plan opgevat een zender te bouwen maar niet met een TWT vanwege de hoge spanningen en ook niet met GaAs-FETs vanwege de hoge stromen en het slechte rendement. In Dubus stond een artikel van G3WDG over 3 cm vermogensversterkers met galliumnitride (GaN) transistors. Deze transistors hebben veel voordelen: ze zijn intern aangepast en hebben een hoge versterking zodat ze direct aangestuurd kunnen worden uit de DB6NT transverter. Harke beschrijft hoe hij de versterker heeft opgebouwd. Hoewel deze transistors een hoog rendement hebben moeten ze wel degelijk goed gekoeld worden. Harke gebruikt een golfpijp-relais als zend-ontvangst schakelaar, de LNA is direct op het relais geschroefd. De achterzet is een oude 2m radio met extra LF uitgang voor de computer zodat WSJT-X kan worden gebruikt. Ook is voorzien in een LF-VOX. Harke heeft voorlopig een “mooi weer” station want niets is waterdicht afgewerkt dus moet het antennesysteem steeds weer op het balkon worden opgebouwd en weer afgebroken. Na wat perikelen, zo waren USB en LSB verwisseld, lukt het eindelijk het baken DL0SHF te decoderen. De conclusie is dat met eenvoudige middelen EME haalbaar is.

In augustus is door een groepje amateurs de 20m schotel van de Sternwarte Bochum op 9 cm gebruikt voor EME. Het station was opgebouwd uit een belichter gebaseerd op een RA3AQ Septum feed met 60 cm schotel, met een 50W transverter. Er zijn tien stations gewerkt, met sterke signalen. De 20m schotel in Bochum staat normaal gesproken in continu bedrijf bij Amsat-DL voor ontvangst van de gegevens van de Stereo-A satelliet, dus EME gebruik is een uitzondering en was mogelijk doordat de ontvanger in Kiel ook Stereo-A gegevens kon ontvangen.

Bij ATV duikt Renny, PE1ASH in de geschiedenis van vijftig jaar kleurentelevisie in Nederland. Deze ging van start met de Firato in september 1967. Vooraf hieraan was er natuurlijk ook al het een en ander op televisiegebied gebeurd, in het begin werd geëxperimenteerd met Nipkow schijven, o.a. door Freek Kerkhof, eerst met tien, later met dertig beeldlijnen. In 1936 had Freek een zendvergunning gekregen en startte onder de call PA0KT een televisiezender vanuit zijn slaapkamer. Philips was inmiddels gestart met de fabricage van kathodestraal buizen waarmee plaatjes elektronisch konden worden weergegeven. Ook de opname apparatuur werd verbeterd zoals vidicon en plumbicon opnamebuizen. In 1948 kon Philips starten met proefuitzendingen, toen is ook overgestapt op het systeem met 625 beeldlijnen.

Bij Zelfbouw vertelt John, PH3UNX hoe een haloantenne voor 2m kan worden gemaakt uit dunwandige koperbuis. De haloantenne is een horizontaal gepolariseerde rondstraler. John beschrijft in detail hoe de antenne gebouwd wordt, compleet met maatschetsen en onderdelen. Ook wordt duidelijk aangegeven waar en hoe gaten geboord moeten worden en welk gat niet door-en-door geboord moet worden!

Bij Nieuwe apparatuur een beschrijving van de ADALM-PLUTO SDR-zendontvanger van Analog Devices. De zender (1 mW) en de ontvanger zijn volledig software te besturen, het standaardmodel heeft een bereik van 325 tot 3800 MHz bij 20 MHz bandbreedte. Maar er zijn al amateurs die dit bereik hebben uitgebreid van 48 MHz tot 6 GHz met een bandbreedte van 50 MHz. Deze SDR is zeer geschikt voor ontwikkelaars en leent zich voor allerlei toepassingen, alles via de USB aansluiting.

In Andere tijdschriften uit QST de product beschrijving van de “Micro-Node International Nano-DV” digital voice node. Dit is een hotspot voor diverse digital voice modes. Ondersteunde modes zijn D‑STAR, P25, C4FM en DMR. Bij deze hotspot is geen computer nodig, alles in ingebouwd in een klein kastje. De bovenkant wordt grotendeels ingenomen door een grafisch aanraakscherm. Aan de ene kant zit een SMA connector, waar de meegeleverde korte antenne op kan worden aangesloten, of een externe antenne. Aan de andere kant een RJ45 bus en twee USB connectoren. Wifi is niet ingebouwd maar een USB wifi-dongle kan aangesloten worden. Als je de node hebt aangesloten op het netwerk via kabel of Wifi zorgt de node zelf voor het opvragen van een IP adres. De node kan bijvoorbeeld thuis in een hoekje van de shack worden neergezet en met een fatsoenlijke antenne kun je een QSO maken via je portofoon tijdens een wandelingetje in de buurt.

70 Cm Twisted Yagi Voor Sat Werk 1,5 Mtr Boom 10 El Opt
70 Cm Twisted Yagi Voor Sat Werk 1,5 Mtr Boom 10 El Opt
70-cm-twisted-yagi-voor-sat-werk-15-mtr-boom-10-el-opt.maa
1.0 KiB
518 Downloads
Details
1 antwoord

Trackbacks & Pingbacks

  1. […] deze webpagina is nu ook de uitgebreide inhoudsopgave van de rubriek VHF-en-hoger in Electron weer te […]

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie