Overzicht VHF en hoger rubriek Electron juli 2018

Bij Commissiezaken noemt Dick PA4VHF een informeel IARU treffen tijdens de Ham Radio. Zo kwam harmonisatie van 50 MHz aan de orde. In het kader van “Kennismaken met VHF en hoger” gaat Dick in op de nieuwe digitale mode FT8, speciaal ontwikkeld voor zwakke signalen en bij korte openingen. Zo krijgen ook kleinere stations DX mogelijkheden. Door de grote populariteit van deze mode is het op 6m al zo druk dat er twee frequenties worden gebruikt, een voor binnen Europa en een voor buiten Europa. Ook op 4m wordt bijna uitsluitend FT8 gebruikt. Wel is het zaak om ook de gewone modes als CW en phone te blijven gebruiken!
Om op 2m de ontvangst te verbeteren kan een voorversterker goede diensten bewijzen. Deze voorversterker moet zo dicht mogelijk bij de antenne geplaatst worden. De voorversterker moet de demping in de kabel van antenne naar ontvanger compenseren en een ruisgetal van 1 tot 1,5 dB is voldoende. Het IP3 derde orde interceptiepunt moet wel zo hoog mogelijk zijn om oversturing te vermijden.

Bij ATV vertelt Chris PA3CRX hoe hij een storing door een TFT monitor heeft opgespoord en (grotendeels) verholpen. De print was zonder afscherming aan de achterkant van het display gekit en de metalen achterkant van het scherm was niet aangesloten. De ongebruikte bedrading is weg geknipt en verder is er ontstoord met spoeltjes en condensatortjes. De massaverbindingen zijn opeen messing strip gesoldeerd die tegen de metalen achterkant wordt gedrukt.

Wim, PE1EZU heeft een RTL dongle op de middenfrequentie (479,5 MHz) van een Sharp satelliet tuner afgestemd. Op die manier krijg je een doorlopende ontvanger waar alleen de tuner moet worden afgestemd en dat gebeurt met een tienslagen potmeter. De Sharp tuner loopt van 950 tot 2050 MHz.

Renny PE1ASH heeft weer verbeteringen op 47 GHz gerealiseerd. In de vorige aflevering volgden we de bouw van een zender volgens een nieuw concept, nu gaat het over een andere aanpak met verdubbelaars. In de vorige situatie moest er veel gefilterd worden en daarna weer versterkt om de filterverliezen te compenseren. Dat had als ongewenst neveneffect dat de versterkers vaak onrustig waren en als ze eenmaal aan het oscilleren waren kreeg je ze bijna niet meer stil. Renny kwam op het spoor van passieve verdubbelaars voor verschillende werkingsgebieden en de prijs was aantrekkelijk genoeg om er een stel van te kopen. Hij had de mixerzender nog intact en zo kon hij 1474 MHz verdubbelen naar 2948 MHz bij 80 mW in en 10 mW uit, dus toch weer een versterker naar 50 mW. Zo kwamen er nog een paar verdubbeltrappen tot Renny  op 23,5 GHz was uitgekomen.  Dat werd dan nog een keer versterkt tot 180 mW en dat ging de eigenbouw varactorverdubbelaar in. En toen was er weer signaal op 47 GHz, het systeem was stil en vertoonde geen handeffect, dus geen oscillaties meer. Dus resumerend wordt het 23 cm signaal met een factor 32 vermenigvuldigd en dat alles zonder filters. Door die hoge factor wordt het PAL systeem wat minder waardoor kleurflikkeringen te zien zijn, maar daar kan Renny mee leven. De volgende stap was de eindversterker. Daar werd uiteindelijk een upconvertor voor 40 GHz afkomstig uit een Zwitserse straalverbinding voor “gemodificeerd” door hem doormidden te zagen op de plaats van de mixer. Na wat aanpassingen leverde dat 150 mW op en daarmee was Renny dik tevreden.
Ook de ontvanger werd aangepakt en door gebruik te maken van een parallelle uitvoering van de microvaractor diodes en heeft Renny nu een geweldig gevoelige ontvanger.
Lex PE1CVJ heeft van de experimenten van Renny steeds schema’s bijgehouden in PowerPoint en daarvan zijn ook twee blokschema’s bij het verhaal geplaatst om een en ander te verduidelijken.

Bij Andere tijdschriften de beschrijving van een zelfbouwantenne voor de 70 cm band. Deze yagi met 6 elementen is opgebouwd met materiaal uit de bouwmarkt: de elementen zijn aluminiumbuisjes van 10 mm diameter, de drager is een stuk vierkant aluminium profiel van 20 mm. De auteur, DL5ABF geeft nauwkeurig aan waar de gaten moeten komen voor de directoren en de reflector. De gevouwen dipool wordt met behulp van een buigijzer voor 40 mm diameter gemaakt. Ook hier weer precieze aanwijzingen over de in te klemmen gedeelten. De dipool uiteinden worden via wartels in een kabeldoos doorgevoerd en in de kabeldoos wordt de coaxkabel via een halvegolf balun aangesloten. De balun zorgt voor aanpassing van de 50 Ω voedingkabel aan de 200 Ω dipool en voor de symmetrie.

 

1 antwoord

Trackbacks & Pingbacks

  1. […] Uitgebreide inhoud van de VHF-en-hoger commissie vind u hier […]

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie